zaterdag, mei 10, 2008

2 René





1941

Het was niet meer de vraag of, maar wanneer de oorlog met Japan zou uitbreken. In die tijd was het voor de meeste Nederlanders een stap te ver om te denken aan een opstand van de Indonesiërs tegen het koloniale bewind. Er was weliswaar ontevredenheid onder de intelectuele elite, maar het leek niet bedreigend voor het gezag.
Er werd in ons gezin veel gepraat over de politieke situatie. Ik herinner mij, dat René tijdens het middageten voorspelde: Mijn klasgenoten worden straks mijn vijanden. Hij had het goed gezien. Zijn voorspelling was in feite een conclusie gebaseerd op de discussies, die hij met zijn Indonesische klasgenoten had gevoerd.
Achteraf bleek de AMS inderdaad de kweekvijver van de militaire en civiele leiders van de revolte tegen het Nederlandse bewind.

Wereldoorlog II eindigde op 15 augustus 1945 met een wapenstilstand tussen de Geallieerden en Japan. Twee dagen later werd de Indonesische onafhankelijkheid uitgeroepen en werden de wapens opgenomen tegen de kolonisator. Er ontstond een machtsvacuum. Op grote schaal werd geplunderd, gemoord, verkracht en gemarteld. Deze periode, die enkele maanden heeft geduurd, wordt de Bersiaptijd genoemd.
Tijdens de Japanse bezetting van Nederlands Indië werd René als krijgsgevangene te werk gesteld aan de beruchte Birma spoorweg. Direct na het einde van de oorlog kregen de gevangenen, zoals Bert en René, medische verzorging en de nodige hoeveelheid vitamine pillen, groenvoer, corned beef, spam, ham enz. Na voldoende te zijn opgekalefaterd werd hun een geweer in de hand gedrukt om in opdracht van de Nederlandse regering de Indonesische opstand neer te slaan. Zij vormden weer het KNIL.
Veel Indonesische jongeren hadden van de Japanners een militaire training gekregen. Het doel was om het hoofd te bieden aan een mogelijke invasie op Java van de geallieerde stijdkrachten. Onder de officieren van deze Indonesische militie telde men een groot aantal ex-leerlingen van de MULO en de AMS. Het was nu zover, dat in dit gewapende conflict klasgenoten tegenover elkaar stonden. Er bleek een ongeschreven wet van kracht te zijn: ‘Een vroegere medescholier schiet je niet dood’. René had hieraan zijn leven te danken (Louis Doppert, “De Eerste Generatie”, blz.46, Uitgeverij Lunet, 1990).
Nederland stuurde tienduizenden dienstplichtige soldaten naar Indië om ‘orde en rust’ te herstellen. Zij vormden het Koninklijk Leger. In de volksmond werden deze militairen KLers genoemd. Het brengen van orde en rust betekende tevens het neerslaan van de revolutie en niet te vegeten het veilig stellen van de Nederlandse investeringen in de kolonie. De tropenwereld waarin de KLers moesten opereren was voor het merendeel van hen totaal vreemd. Er vonden bizarre voorvallen plaats:
Het gebeurde meer dan eens, dat een soldaat in de nacht zijn stengun leegschoot op knipperende vuurvliegjes.
Op Sumatra hadden de Nederlandse troepen een sultans paleis veroverd. Een paar baldadige jongens speelden in één van de grote zalen een partijtje voetbal. Als voetbal diende een koperen vaas. René, inmiddels luitenant geworden, maakte een eind aan het spel. Hij bekeek de gedeukte koperen vaas. Hij bleek van goud te zijn.
Ernstiger was, wanneer KLers de weg kwijt raakten in het oerwoud. Een vijftal verdwaalde jongens werd gevangen genomen door militairen van het Republikeinse Leger. Zij hadden geluk. Al een dag na hun vermissing meldde zich bij René een Indonesisch jongetje. Hij had een beduimeld briefje bij zich: ’René als je mij vijf geweren bezorgt, dan laat ik de vijf soldaten vrij. Sumitro.’ Inderdaad, hij was een klasgenoot van de AMS.
In deze koloniale oorlog werden de gevechten onderbroken door langdurige ‘bestanden’. De strijdende partijen werden gescheiden door een brede demarcatielijn. Deze strook niemandsland was een ideale schuilplaats voor criminelen. De vijanden-collega’s-ex klasgenoten, René en Sumitro, kwamen overeen om op gezette tijden gezamenlijk het niemandsland schoon te vegen.
Eind 1949 kreeg Indonesië zijn onafhankelijkheid. Na zijn ontslag uit de militaire dienst werkte René in Tandjong Morawa (gemeente Lubuk Pakam) op Sumatra voor de tabaksonderneming Sanembah. Sumitro werd één van René’s collega’s.

Noot: De Indonesische Onafhankelijkheidsstrijd was voor de Indische Nederlanders eigenlijk een burgeroorlog. De tegenstanders waren soms schoolvrienden of bloedverwanten. De relatie met de vijand dan aanzienlijk grimmiger wanneer men elkaar niet kende.


0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage