zondag, mei 04, 2008

1 Bert




Binnen vijf jaar verhuisden wij driemaal:
Tjoekir → Solo
Solo → Klatèn
Klatèn → Djokja

Het gevolg was, dat ieder van ons in deze periode op meerdere scholen had gezeten.

Dagelijks verzamelden zich in de vroege morgen een groot aantal scholieren op het station van Klatèn. Er bestond in Klatèn na de Lagere School geen vervolgopleiding. Hiervoor was men aangewezen op de twee nabijgelegen grote steden. Een deel van de scholieren nam de trein naar het Oosten om in Solo voortgezet onderwijs te krijgen. Met hetzelfde doel reisden de anderen in Westelijke richting naar Djokja.
In de trein naar Solo vond men behalve Bert en René o.a. ook Mien Brohet, Bertus van Roggen, Emile en Rudie Beton van Groll, Leo Anthonijsz, Flip Landouw, Achilles van Parijs en Nico van Stralendorf. De laatste was een afstammeling van Freiherr von Stralendorff. In 1870 bezat een weduwe Doppert - van Stralendorff een plantage in het gewest Soerakarta (Solo). Het was de van Stralendorffs in de loop der jaren financiëel niet voor de wind gegaan. Het familie kapitaal bestond uit handen en hersens. Dat laatste bleek heel wat. Nico kreeg op school de bijnaam Nicotine. Deze bijnaam had hij niet te danken aan overmatig gebruik van tabak, maar aan zijn leerprestaties. Als een leraar de cijfers van een proefwerk bekend maakte, dan klonk er altijd Nico tien.

Hoewel de oorlogsdreiging nog niet ernstig was achtte het Nederlands Indische Gouvernement het nodig om de bevolking gerust te stellen. Met een propaganda film liet men zien, dat onze marine berekend was voor haar taak. De uitspraak van een beroemde admiraal werd gebruikt als titel van de film: ‘Het sal waerachtig wel gaen’. Alle middelbare scholieren waren veplicht deze film te zien. De vertoning in de bioscoop geschiedde onder begeleiding van de leraren. Enkele lesuren werden hieraan opgeofferd. Daarna moesten de leerlingen er een opstel over schrijven. Voor de Javaanse kinderen was het maken van een opstel in het Nederlands een buitengewoon moeilijke opgave. Thuis spraken zij Hoog- en Laag Javaans. Het Nederlands was voor hen een vreemde taal. Daar werd doorgaans weinig rekening mee gehouden. Voor hun opstel kregen zij meestal een dikke onvoldoende. Soepardjo (?) een klasgenoot van Bert had erg zijn best gedaan om een eerlijk en goed verslag te schrijven over de film. Hij eindigde het verhaal met ‘Het sal waerachtig niet gaen.’ Voor zijn opstel kreeg Soepardjo een één en bovendien werd hij van school verwijderd. Helaas had hij gelijk. In de ‘Slag in de Javazee’ werd onze vloot vrijwel volledig vernietigd zonder enige schade van betekenis te hebben toegebracht aan de Japanse vijand.
Jaren later tijdens de Indonesische revolutie nam Soepardjo dienst als marine officier bij de Angkatan Laut Republik Indonesia. Hij bracht het tot admiraal.
In 1965 nam Soeharto de macht over van president Soekarno. Meedogenloos rekende hij af met de communisten, zijn politieke tegenstanders. Soepardjo was lid van de Partai Kommunis Indonesia. Hij kwam voor het vuurpeloton te staan. Uit de krant vernam Bert hoe zijn klasgenoot aan zijn eind was gekomen.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage