dinsdag, augustus 25, 2009

Motor-Mailschip Indrapoera

Pap ging mee naar de rede van Semarang om ons uit te zwaaien. Wij stapten in een klein wiebelend bootje, dat ons bracht naar het grotere KPM vaartuig. Het was ongeveer twaalf uur varen naar Batavia.

Wij logeerden een paar dagen bij tante Wies en oom Broer. In hun kleine woning was het krap en gezellig. Wij aten er sateh van kip, geit, varken en rund. Daarbij dronken wij tjendol en stroop soesoe. Je kunt immers niet weten wanneer je dit allemaal weer krijgt.

De laatste avond bezochten wij een bioscoop en zagen 'Blossoms in the dust'. Het ging over weeskinderen. De film was een eerste klas tranentrekker.


Aan boord van de Indrapoera trof ik een aantal bekenden. Daar was Rudie Muller, een klasgenoot van de HBS, en zijn twee zusters.

Tot mijn verrassing waren ook de heer Tanori en zijn zoon Rudie aan boord. Zoals ik eerder heb verteld had meneer Tanori in het kamp Sorabajan een infectie aan mijn linkerkuit op spectaculaire wijze met succes behandeld.

Rudie werd door een enkele daad onvergetelijk voor zijn kampgenoten. Hij stal een kip uit het dorp waar in ons kamp lag. Het misdrijf bleef helaas niet onopgemerkt. Voor de kip moest natuurlijk flink betaald worden. Rond de heer Tanori en de eigenaar van de kip had zich een grote kring nieuwsgierigen gevormd die met belangstelling de onderhandelingen volgde. Hierbij verbaasde Ruud vriend en vijand door tijdens het loven en bieden gewoon in slaap te vallen.

Enkele tientallen jaren later waren Ruud en zijn echtgenote op een Djokja reünie in Utrecht. De onvergetelijke diefstal was natuurlijk één van de gespreksonderwerpen.


Na het verblijf in het kamp waren wij al erg blij, dat wij in Semarang zoveel mochten eten als wij wilden. De overtollige Engelse leger voorraden, zoals 'pilchards in tomato sauce' en 'meat and kidney pie', lieten wij ons goed smaken.

Maar wat wij op de Indrapoera aan voedsel voorgeschoteld kregen was wel de ultieme vervulling van onze wildste fantasieën in de voorbije maanden van honger. Helaas kon Mam er niet van genieten. Zij was vrijwel constant zeeziek. Maud at een keer met smaak een chocolade pudding. Vlak daarop werd zij zeeziek. De rest van haar leven heeft zij geen chocoladepudding meer gegeten.

Op het achterdek van de Indrapoera had men een grote slaapzaal gebouwd. Dat werd het verblijf voor de mannen en oudere jongens. Wij sliepen in stapelbedden. Ik weet niet meer hoeveel mannen er verbleven. Misschien wel een tweehonderd of meer.

Op het voordek was een zwembad geïmproviseerd. Een houten bak van twee meter hoog en slechts drie meter lang en breed. Erg veel animo om te zwemmen was er niet. Het water was lauw en zout. Bovendien was zo kort na de oorlog lang niet iedereen in het bezit van zwemkleding.

De grote salon was toen in mijn ogen van een paleisachtige afmeting en pracht. Rond de salon liep een 'galerij', die aan de voorzijde met glas was afgeschermd. Daar stond ik bij voorkeur toen het stormde. Het overkwam ons in de Indische Oceaan ten zuiden van India. Het was een fascinerend gezicht zoals de boeg door de hoge golven sneed. Water plensde op het dek.Regenvlagen kletterden tegen de glazen wand. Ik was er niet weg te slaan......tot de gong de passagiers aan tafel noodde. De eetzaal was zeer dun bevolkt. Na het langdurig onvrijwillige dieet in de kamptijd had ik daar geen bezwaar tegen. Er was een grote overmaat aan allerlei heerlijkheden.

Wij deden alleen maar Aden aan. Er werden grote hoeveelheden sigaretten ingeslagen zoals Camel, Simon Arzt en blikjes Players.Het Suezkanaal en het landschap rondom boden een onvergetelijke aanblik: woestijn, kamelen en tentenkampen van Engelse militairen.

De golven in de Middellandse Zee waren opvallend kleiner dan die in de Indische Oceaan. Het klimaat was heerlijk. Nauwelijks was Gibraltar gepasseerd of wij voelden een kou, die wij nooit eerder hadden ervaren. In de Golf van Biskaje was het weer vrij rustig.

Dan kwamen wij op die koude mistige avond aan bij Hoek van Holland.

Het was Maandag 24 november 1947.


Ik ben één van de nazaten Ludwig Doppert. Hij vertrok op 13 juli 1786 uit Amsterdam met het zeilschip Maria. Hij kwam in Batavia aan op 12 mei 1787.


Literatuur: Indrapoera. Een schip van naam, Frans Luidinga en Nico Guns, Van Soeren en Co, 2001, ISBN 90 6881 097 9

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage