zaterdag, juli 19, 2008

Lagere School



Djetis 18


Het was de tweede keer, dat ik van school veranderde. Ik kwam nu in de vijfde klas van de 'School met den Bijbel'. Deze Lagere School, die nu 'Sekolah Dasar Kristen' wordt genoemd, ligt dichtbij de Gondolajoe brug en tegenover het hulppostkantoor.
Voor mijn leeftijd was ik vrij klein van stuk. Mijn huid was donkerbruin geroosterd door het onbekommerd spelen in de felle zon. Het was aan mij totaal niet te zien, dat ik juridisch was ingedeeld bij het Europese volk van koloniale overheersers.

Op deze school gaven onder andere twee zusters les. De één was een tengere engel en de ander een dikke doerak. (Deze twee zusters worden ook vermeld in het boek van Oei Hong Kian 'Kind van het land' blz.196 en 197. Indonet 1998, Rotterdam.)
Ik hoefde niet lang voor de deur van de vijfde klas te wachten of daar kwam een gigantische berg wit vlees op mij af. Een bril met dikke glazen was op de top geplaatst. Daaronder bevond zich een rode horizontale gleuf, waarvan de uiteinden naar beneden waren gericht. Het gevaarte bleek mijn juffrouw te zijn.
'Jij bent zeker de nieuwe leerling,' donderde het door de gleuf. Een medeleerling wees mij een plaats aan.
'Zeg maar gauw hoe je heet,' klonk het bars.
'Ik heet Loek,' fluisterde ik. Zij bladerde in wat papieren.
'Je komt uit Klaten. Bij wie heb je les gehad,' vroeg zij vals kijkend.
'Bij meneer Speet,' piepte ik als een muis wachtend op de nekslag van de kat.
'Zo bij meneer Speet. Iedereen,die bij meneer Speet heeft les gehad BLIJFT BIJ MIJ ZITTEN.'
Natuurlijk vertelde ik het thuis aan mijn moeder.
Het verbaasde mij, dat Mam er zo flauw op reageerde, 'Ik ga morgen naar je school, dan praat ik er wel even met je juffrouw over.'
Het was duidelijk, dat ik er niet in geslaagd was de tijgerin in mijn moeder wakker te schudden. Blijkbaar was mijn talent voor dramatische expressie onvoldoende ontwikkeld om dit schrijnende onrecht zodanig voor te dragen, dat het bij Mam grote verontwaardiging kon wekken.
Tot mijn verbazing zag ik de volgende dag tijdens de pauze Mam en de juf gezellig zitten lachen en keuvelen. De ontknoping kwam vlak voor de lessen aanvingen.
'Ik dacht al; op wie lijkt Loek toch,' sprak de juf enthousiast voor de klas,' Hij is de zoon van een vroegere klasgenote op de MULO'.
Het valt niet te ontkennen,dat ik mij enorm opgelucht voelde. Maar ik bleef haar een rotmens vinden.


Eén van de meisjes van de klas had een geweldige vondst gedaan: Als je je benen over elkaar sloeg en je die vervolgens naar links en naar rechts bewoog dan kreeg je een lekker gevoel ergens in het vooronder. Al gauw vond deze methode op grote schaal gretig navolging.
'Hou op met dat gedraai,' baste de juffrouw', Het is vies wat jullie doen. Ik wil het niet meer zien. Het is erg vies!'
Ik geloof, dat de kinderen niet begrepen, waarom het vies was. Hoe wist de juf wat zij
deden? Zij had het vast zelf ook geprobeerd.

Later kwam ik te zitten bij een 'meneer', zoals onderwijzers toen genoemd werden. Hij hielp graag de meisjes bij het werk en schoof dan in de nauwe bank lekker dicht tegen hen aan. Tientallen jaren later onmoette ik tijdens een reünie twee 'meisjes', die slechts korte tijd in deze klas hadden gezeten. 'Wij vonden dat geknuffel vervelend', vertelden zij, 'Wij zijn toen midden in het schooljaar naar de 'Neutrale School' gegaan'.

Om de twee weken was er gezamenlijke zang. De kinderen van de zesde klas schoven bij in de banken van de zevendeklassers. Er werden bij voorkeur vaderlandse liederen gezongen. Daar kwamen passages in voor, die toch echt bizar waren.
Daar was bijvoorbeeld het volkslied, dat in 1933 door het 'Wilhelmus' was vervangen : 'Wien Neerlands bloed door d'aderen vloeit......van vreemde smetten vrij'. Het is toch raar om dat door kinderen te laten zingen wier bloed voor het grootste deel uit vreemde smetten is samengesteld. Erg mooi was eigenlijk het 'Tisplicht' lied: 'T is plicht, dat iedere jongen / voor de onafhankelijkheid / van zijn geliefde vaderland / zijn beste krachten wijdt'. Het zal niet de bedoeling zijn geweest, maar het leek toch wel op een oproep aan de Indonesiërs om in opstand te komen tegen de koloniale overheersers. Deze liederen werden namelijk ook gezongen op de Hollands Inlandse Scholen (HIS), waar in het Nederlands les werd gegeven aan overwegend Indonesische leerlingen.
Neen, ik heb deze gekke liedjes niet meegezongen. Dat was echter niet uit principe. Ik mocht namelijk niet meezingen, omdat ik zo vals zong. Met Joris Tjebbes werd ik tijdens het zang uur naar de lege zesde klas verbannen. Joris zong nog valser dan ik. Hij is later hoogleraar tandheelkunde geworden.

Iedere Zaterdag kregen de kinderen een psalm of een gezang mee naar huis. Dat moesten zij Maandag voor de klas kunnen opzeggen, als zij een beurt kregen. Ik had mij niet bekwaamd in het gevoelvol voordragen van het vers. In plaats daarvan had ik mij gespecialiseerd in de snelheid van opzeggen. Bijna elke Zondagavond riep Mam mij naar de voorgalerij om mijn bedrevenheid in razendsnelle voordracht voor de gasten te demonstreren. Mam was erg trots op mij. 'Je moet maar dominee worden', stelde zij hoopvol voor. De wens van mijn moeder is niet in vervulling gegaan. In plaats van later keurig te preken in de kerk ben ik wat gaan rotzooien op een laboratorium.

En wat heel erg was: Sinterklaas mocht niet op mijn School met den Bijbel komen. Het was een gereformeerde school en Sint was immers katholiek. Vanwege de traditie trokken wij wel lootjes en gaven wij elkaar Sinterklaas kado's met een gedichtje.

Valt er nog iets goeds te zeggen over mijn school? Ik vind van wel. Wij werden gestimuleerd om een goede prestatie te leveren:
'Je hebt je talenten van God gekregen; als je die gebruikt, wil Hij je wel een handje helpen'.
Zo heb ik het althans begrepen. En heeft het geholpen? De helft van de jongens in de klas is na de middelbare school verder gaan studeren.

Ik herinner mij nog een paar namen van mijn vroegere klasgenoten: Gerrie Allaart, Mickey van Bijleveld, Josje Dézentjé, Didi de Vries, Miep Vetter, Connie Avé, Minnie Terwogt, Nini Honig, Jan Oldhof, Kees Zwaan, Joris Tjebbes, Johnny Dorrepaal, Reggie Guljé, Emiel Bosman, Ruth Pos, Rudie Tjan en Jan Roesman.
Met de laatste twee jongens kon ik het goed vinden. Zij woonden beiden bij mij in de straat. Jans vader was arts en die van Rudie tandarts.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage