vrijdag, juni 05, 2009

Macho

De blikrantsoenen, die Pap en ik ontvingen, waren afkomstig uit de overtollig geworden voorraden van diverse legers, die nog niet lang geleden in WO II als vijanden tegenover elkaar hadden gestaan. Nooit zal ik de smaak vergeten van de Engelse meat and vegetables, de Amerikaanse gedroogde corned beef en het Japanse vlees met gefermenteerde sojabonen; taotjo heette de laatste. Wij lieten het ons goed smaken. Het ingeblikte krachtvoer bleek niet alleen goed voor vechtende soldaten aan het front maar ook voor ex-gevangenen bijzonder geschikt om aan te sterken.


De stad Semarang was een door Nederlanders gecontroleerd gebied. De enclave werd belegerd door de strijdkrachten van de Indonesische Republiek. Het was voor ons heel vervelend, dat de Indonesiërs de centrale van de waterleiding in handen hadden. Zij kenden echter de kracht van het Nederlandse leger en durfden de kraan niet geheel dicht te draaien uit vrees hiermee een aanval uit te lokken. Zuinigheid met water was dus geboden. De belangrijkste slachtoffers van de waterschaarste waren de twee zwembaden.

De HBS was vlak voor de oorlog gebouwd. Het was een strak gelijnd gebouw met een verdieping. Heel bijzonder voor die tijd was het zwembad, dat men op het schoolterrein had aangelegd. Het stond nu geheel droog.

Enkele honderden meters verderop lag het gemeentelijk zwembad , dat zich mocht verheugen in een groot aantal bezoekers. Het waren vooral militairen en scholieren, die hier vermaak en verkoeling zochten. In de tien maanden dat ik in Semarang verbleef heb ik nooit meegemaakt, dat het water geheel werd ververst. Als de cumulatie van ongerechtigheden, die uit de diverse lichaamsopeningen van de zwemmers in het water waren terechtgekomen, een onacceptabel hoog niveau had bereikt, dan werd met kwistige hand een desinfecterende chloorverbinding aan het badwater toegevoegd. Na verloop van tijd was het zwemwater een lichtgroene troebele soep geworden, waarvan de geur van chloor tot in de wijde omtrek waarneembaar was.


De Semarangse wijk Tjandi, waar ook de Van Deventerschool lag, was gebouwd op een heuvel. In Holland zou deze heuvel een berg genoemd worden. Ondanks het hoogteverschil en de afstand ging ik vrijwel elke middag naar het zwembad 'beneden'. Bij deze wandeling had ik vrijwel altijd gezelschap van een paar medeleerlingen van de HBS. Ik herinner mij Leen Verni, Arie Noordam, Christien Wempe en Ruud Schmitt.

Een geregelde busverbinding ontbrak. Er was vrijwel uitsluitend militair vekeer. Als wij geluk hadden konden wij meeliften met een 'weapon carrier'. Dat was een voertuig groter dan een Jeep en kleiner dan een vrachtwagen. De meest succesvolle manier om een lift te krijgen was verschuilen achter een boom en het school vriendinnetje met de duim omhoog langs de weg te laten staan. Er was een groot vrouwen tekort. Voor een wapperende rok bracht iedere militaire chauffeur de wagen met piepende remmen tot stilstand.


Al spoedig was ik donker roodbruin verbrand door de zonnestralen, die het duidelijk gewonnen hadden van de blekende werking van het chloor. Ter verbetering van mijn fysiek uiterlijk deed ik thuis de hiervoor benodigde gymnastiek oefeningen.

Sommige jongens hadden een idool, die in de meest letterlijke zin een voorbeeldfunctie vervulden. Vaak diende hiervoor een acteur uit een cowboy film. Als zij de bioscoop uitliepen hielden zij hun armen op enige afstand van hun lichaam om zodoende ruimte te geven aan hun enorme spieren, die zij zich in hun fantasie hadden toebedeeld. Ook liepen zij licht wijdbeens alsof zij nog maar net waren afgestegen na een lange rit te paard.

De ideale lichaamsbouw voor een jongeman was die van een omgekeerde piramide. Dat wil zeggen brede schouders en smalle heupen. Dit kon worden geaccentueerd door je overhemd van onder de pijpen van je korte broek strak onder je riem door te trekken. Om te zorgen dat het goed bleef zitten zette je het met veiligheidsspelden vast aan je onderbroek.

Dankzij de 'indoor training' kon ik van mijn buik weer een wasbord maken en mijn borstspieren onafhankelijk van elkaar bewegen. Dat laatste demonstreerde ik in het zwembad. 'Kan jij dit ook?' vroeg ik aan een groep meisjes. Als gevolg van hun Victoriaanse opvoeding keken zij strak voor zich uit en bestond hun reactie slechts uit een trilling van de mondhoeken.

Voor mij bleek er dus geen succes bij de meisjes te zijn weggelegd. En dat terwijl ik mij zo had uitgesloofd om met gymnastiek oefeningen een aantrekkelijk uiterlijk te krijgen. Helaas alles voor niets. Ik troostte mij met de gedachte, dat het misschien wel goed geweest kon zijn voor mijn gezondheid.


Tientallen jaren later, toen mijn spieren reeds door een dunne speklaag waren overwoekerd, ontmoette ik deze 'meisjes van toen' weer tijdens een school reünie.

'Je was het idool van de lagere klassen', vertelde Maud Dinsbach.

De opperste verbazing was duidelijk van mijn gezicht af te lezen. Er volgde een gegiechel alsof dertig jaren waren weggevallen.

'Jammer voor je hè, dat je het toen niet wist.'

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage