zondag, juli 18, 2010

Revolutie

Op 15 augustus 1945 eindigde de Tweede Wereldoorlog. Twee dagen later werd de Republik Indonesia uitgeroepen, die zich verzette tegen de terugkeer van het Nederlandse koloniale gezag. De oorlog werd zodoende vervangen door een revolutie. De jonge republiek was echter nog niet in staat om overal zijn gezag te laten gelden om daarmee orde en rust te handhaven.

Er liepen grote groepen mannen gewapend met bamboespiesen over de MULOweg. Waren het vrijheidsstrijders of plunderaars? Uiterlijk waren ze moeilijk te onderscheiden. In het gangetje naast het huis van de Portiers hadden zich mannen verzameld. Zij waren afkomstig van de kampong achter het huis. De met spiesen gewapende groepen lieten de familie Portier ongemoeid.


Op 26 november 1945 werden alle mannen, vrouwen en kinderen van Nederlandse afkomst geïnterneerd. Zij werden met vrachtauto's opgehaald. Voor Julie kwam het op een wel zeer ongelegen tijdstip. Zij had malaria en rilde van de koorts. Haar vader mocht nog even uit de vrachtauto stappen om een extra deken te halen. Zij werden ondergebracht in het voormalig jongensinternaat. De behandeling was redelijk goed, het eten karig. Erger was het gebrek of totale afwezigheid van een aantal medicijnen. Vader Portier werd ernstig ziek, vermoedelijk longontsteking. Hij werd opgenomen in een ziekenhuis. Vrouw en kinderen mochten hem niet bezoeken. Toen hij op 24 december 1945 op 64-jarige leeftijd stierf was er slechts een nicht, Fien Portier, aan zijn sterfbed. Ook was het zijn vrouw en kinderen niet toegestaan zijn begrafenis bij te wonen.

De strijdgroep Pemoeda Repoeblik Indonesia (Jongeren van de Republiek Indonesia) was verantwoordelijk voor deze hardvochtige regels.

Zij werden gelukkig spoedig vervangen door de Tentara Keamanan Rakjat (Volksveiligheidsleger). Eind januari mochten de geïnterneerden even naar hun huis om wat eigendommen op te halen. Vele huizen waren echter volledig geplunderd.Het huis van de Portiers was gespaard gebleven. Ma Portier begaf zich direct naar het fietsenhok, waarvan de vloer bestond uit aangestampte aarde. Na even graven met een schop vond zij de stopfles waarin zij de juwelen had bewaard. De kinderen verzamelden de kostelijke fotoalbums, die later naar Holland werden meegenomen.

Hoe komt het dat het huis van de Portiers als één van de weinige niet was leeggeroofd? Hadden de bewoners van de kampong achter het huis er voor gezorgd? Was het uit dankbaarheid voor wat de familie gedaan had voor de kebon en Kruimeltje?


Na enige tijd werden de kampbewoners verspreid over een aantal ondernemingen, zoals men toen de plantages noemde. De stafemployés waren allemaal reeds vertrokken. Zij hadden gewoond in de huizen, waarvan de ruime tuinen aan elkaar grensden. Door prikkeldraad rond het complex te spannen werd een 'beschermingskamp' gecreëerd. Om de één of andere reden werd er met de bewoners rondgezeuld en moesten zij menigmaal naar een ander kamp verhuizen.


Het dagelijks verstrekte eten was 'te veel om dood te gaan en te weinig om te leven'. Wat dat laatste betreft kon feitelijk gesproken worden van een onvolwaardig leven. Men had het vermogen tot reproductie verloren en als nevenverschijnsel ook het schaamtegevoel. Maar toen later de voedselsituatie verbeterde, was het verrassend te zien hoe gauw de mensen herstelden. Vrouwen en meisjes werden overrompeld door de constatering, dat zij zwanger bleken te zijn zonder dat zij eerst ongesteld werden als indicatie, dat het lichaam weer normaal funtioneerde.


In de loop der tijd werd het regime milder en de bewaking minder streng. Het interneringskamp ging steeds meer lijken op een echt beschermingskamp. De familie Portier werd na een omzwerving op een onderneming ondergebracht, dat op loopafstand verwijderd was van een natuurzwembad. Tot grote vreugde mocht men onder bewaking van enkele soldaten gaan zwemmen. Vrijwel niemand bezat nog een zwempak. De meisjes zwommen in onderbroek en onderjurk. Het kon niemand wat schelen, dat het nat geworden textiel hier en daar doorzichtig werd. Het zal voor de bewakers een stimulans zijn geweest om deze geïnterneerden zo vaak mogelijk naar het zwembad te begeleiden.


Enkele maanden voordat de kampbewoners naar Batavia zouden worden geëvacueerd moesten zij naar Solo verhuizen, waar de meeste van hen vandaan kwamen. Zij kwamen terecht in de wijk Lodji Wetan, dat als beschermingskamp was ingericht.

Enkele kinderen mochten de middelbare school bezoeken. De uitverkorenen waren Julie, haar nichtje Jossie Henssen en Eugene Kiliaan. Niemand wist waarop deze keuze was gebaseerd. Geëscorteerd door een soldaat gewapend met een geweer liepen zij elke dag naar school. Klein foutje in het scenario: De lessen werden in het Indonesisch gegeven en voor het drietal bijna niet te volgen. Daar was best wel begrip voor. De meeste leraren hadden vroeger een Nederlandse basis opleiding gehad. De wiskunde leraar was zo vriendelijk zijn lessen in het Nederlands te vertalen.

Het bezoek aan de school was een welkome afleiding om het wachten op de evacuatie te bekorten.

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage