donderdag, november 25, 2010

Moddermanstraat

De conservator van ons laboratorium kreeg van de gemeente Leiden soms een aantal huizen toegewezen, waar hij naar eigen inzicht een huurder voor mocht kiezen. Het waren betrekkelijk dure flatwoningen in de 'vrije sector', waar geen lange wachtlijsten voor bestonden. Wij kregen een flat in de Moddermanstraat aangeboden. Hoewel de hoogte van de huur bijna de helft van ons inkomen bedroeg, zijn wij toch op het aanbod ingegaan. Ondanks de enorme verbetering in wooncomfort verlieten wij de Hoge Woerd niet zonder weemoed. Hier hadden wij immers onze eerste huwelijksjaren beleefd en was ons eerste kind geboren.

Onze parterre flat lag in een nieuwbouw wijk. De woning was ruim en luxueus. Rondom een vrij grote hal vond men de badkamer met ligbad en twee wastafels, het toilet, de keuken, de oudersslaapkamer, de huiskamer met af te sluiten eetkamer en tenslotte het slaap-en speelverblijf van Monique.

Merkwaardig was, dat deze mooi afgewerkte woonruimte geen CV bezat. Wij waren echter al gelukkig met de nieuwe oliehaard. Langzaam vulde de flat zich met meubilair.

Julies moeder had een flat gekregen, waarvan de eerste bewoners naar de USA waren geëmigreerd. Het was een Indische familie. Voor een prikje kon zij alle huisraad overnemen. Na niet al te lange tijd kwamen de eettafel en stoelen bij ons terecht.

Niet zonder trots vermeld ik hier onze nieuwe radio, waar wij erg van genoten. Het apparaat met een kast van lichtblauwe kunststof had het formaat van een huidige wekkerradio. De hal diende als danszaal voor één paar.

Van de gerenommeerde firma Pluym uit de Hoge Woerd schaften wij ons een schrijfmeubel aan. Het grote bureaublad zag er zeer doorleefd uit. Het was duidelijk, dat tallozen hier aan gezwoegd en gezweet hadden. Julie en ik hebben aan dit bureau aan mijn dissrtatie gewerkt. Dit cultuurhistorische meubelstuk heeft niet de eeuwen mogen doorstaan. Het is ten onder gegaan als tuinhuisje van onze kinderen.

Van de geest kan een mens niet leven. Bij eerder genoemde firma kochten wij een fornuis voor veertig gulden. Op diverse plekken tekenden zich zwarte roestplekken af tegen de witte achtergrond. Hier en daar moest ik versteende vetklodders er af bikken. Na een verdere grondige reiniging nam Julie het in gebruik. Als eerste toets bakte zij er een paar soezen in. Het lukte! Vervolgens vulde zij de soezen met een ragout van garnalen. Ik hoor het Gijsbrecht van Amstel roepen, 'Het is een vergissing. Dit is geen hemels gericht, maar een hemels gerecht.'

De volgende dag bakte Julie er nog een paar. Ik nam de Blauwe Tram naar den Haag om ze aan mijn ouders te laten proeven.

De keuken grensde direct aan de straat. In de zomer kookte Julie met open raam. De kruidige geur, die herinnerde aan een koloniaal verleden, verspreidde zich dan over de Moddermanstraat. Vooral de combinatie van gebakken uien, knoflook, gember en wat spaanse peper wekten een onweerstaanbare eetlust op. Een buurman vroeg mij een keer, 'Kunnen wij vanavond van tafel ruilen?' Dat vond ik niet aardig tegenover zijn echtgenote.

Enkele jaren later, toen wij al in Velp woonden, vond de overgang plaats van kolen- naar aardgas. Iedereen moest zich een ander fornuis aanschaffen en kreeg als tegemoetkoming negentig gulden.

Wij ook!





Einde van de serie verhalen

0 reacties:

Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]

<< Homepage